In gesprek met eigenaar Marc Jaspers van HIPP-Uitzendgroep

De krapte op de arbeidsmarkt bereikt recordhoogtes en dat komt de horeca natuurlijk slecht uit. Hoe kijkt eigenaar Marc Jaspers van HIPP-Uitzendgroep naar de uitzonderlijke omstandigheden op de arbeidsmarkt?

Toen de coronacrisis een jaar geleden losbarstte, gooide Jaspers het roer snel om. Om de flexkrachten van HIPP-Uitzendgroep aan het werk te houden, zocht hij contact met supermarkten. Obers, keukenmedewerkers en afwashulpen gingen aan de slag bij diverse filialen van PLUS in Parkstad. Tot opluchting van de flexkrachten, die zo hun werk en inkomen gecontinueerd zagen.

Na de eerste persconferentie was het alle hens aan dek

“Dat lijkt alweer een eeuwigheid geleden,” begint Jaspers in het kantoor van HIPP-Uitzendgroep in het centrum van Heerlen. “De sluiting van de horeca kwam als een mokerslag. Nu zijn we tientallen persconferenties verder, maar die eerste persconferentie van Rutte en De Jong waarin de horeca op slot werd gegooid, maakte diepe indruk.”

Supermarkten beleefden tegelijkertijd een enorme hausse aan online bestellingen. Consumenten wilden de deur niet meer uit en lieten boodschappen massaal thuisbezorgen. “Onze flexkrachten werden met open armen ontvangen door de supermarkten van PLUS”, aldus Jaspers.

Het duurde niet lang voordat hij weer in kansen en oplossingen begon te denken. De verantwoordelijk voor alle flexkrachten en zijn eigen collega’s zorgde meteen voor een gevoel van urgentie. “Het was meteen alle hens aan dek. Het kon toch niet zo zijn dat alle medewerkers zonder werk zou kwamen te zitten? Niemand had een idee hoelang het zou gaan duren, dus rustig betere tijden afwachten was geen optie.”

De hele arbeidsmarkt kan meer gastvrijheid gebruiken

De focus van HIPP-Uitzendgroep is verbreed door de coronacrisis. “Ik heb altijd al geloofd dat de arbeidsmarkt meer gastvrijheid zou kunnen gebruiken. De crisis heeft duidelijk gemaakt dat die gedachte correct is. Gastvrije professionals zijn overal van meerwaarde. Ze kunnen met mensen omgaan, geven aandacht en zijn altijd vriendelijk. Bovendien zijn ze gewend hard te werken en zich aan afspraken te houden. Welke werkgever wil die eigenschappen nou niet terugzien bij zijn personeel?”

Het duurde niet lang voordat hij weer in kansen en oplossingen begon te denken. De verantwoordelijk voor alle flexkrachten en zijn eigen collega’s zorgde meteen voor een gevoel van urgentie. “Het was meteen alle hens aan dek. Het kon toch niet zo zijn dat alle medewerkers zonder werk zou kwamen te zitten? Niemand had een idee hoelang het zou gaan duren, dus rustig betere tijden afwachten was geen optie.”

Hipp-1 (1)

Enorm tekort aan personeel

Nu de horeca weer geopend is en de zomer is begonnen, blijken veel uit de horeca afkomstige medewerkers niet meer terug te willen naar hun oude branche. Tegelijkertijd blijft het werven van nieuwe medewerkers lastig in de horeca. Er dreigt een enorm probleem voor veel horecaondernemers, waarvan er zelfs al een aantal extra dagen gesloten blijven door gebrek aan medewerkers. “Verschrikkelijk voor die ondernemers natuurlijk. Mogen ze eindelijk gas geven, hebben ze er te weinig mensen voor. Het werven van koks was altijd lastig, nu komen daar de medewerkers in de bediening bij.”

Het duurde niet lang voordat hij weer in kansen en oplossingen begon te denken. De verantwoordelijk voor alle flexkrachten en zijn eigen collega’s zorgde meteen voor een gevoel van urgentie. “Het was meteen alle hens aan dek. Het kon toch niet zo zijn dat alle medewerkers zonder werk zou kwamen te zitten? Niemand had een idee hoelang het zou gaan duren, dus rustig betere tijden afwachten was geen optie.”

Ook HIPP-Uitzendgroep moet hard werken om nieuwe kandidaten aan te trekken, geeft Jaspers toe. “Het probleem is momenteel van ongekende omvang, dus dat gaat natuurlijk ook niet aan ons voorbij. Toch lukt het ons nog steeds om nieuwe mensen te vinden. Ik denk bovendien dat veel werknemers die de horeca hebben verlaten over een tijdje terugkeren. Een passie voor gastvrijheid kun je niet uitzetten, die draag je altijd bij je.”